— 102 —
zaam den zamenhang en de dichtheid bevorderden. Bovenop
is de Dijk met een steek zoden of bovengrond overdekt
om de oppervlakte spoedig hard en begroeid te hebben, en
nu pakt die veengrond, door de opperzwaarte van zoo veel
meer hoogte dan de Dijk behouden moet ($ 275), weder
te zamen , even als toen hij onder in lag, waar thans de
Ringvaart loopt, De gronden, waarop de Ringdijk is ge
vestigd , zakten zeldzaam door en leverden alzoo het bewijs
van vastheid en goede gehalte,
S 283. Waar men van dit alles de minst goede ge-
dachte had, aan de noordzijde tusschen het Nieuwe Meer
en Halfweg, viel het voornamelijk in de hand. Zoo gaven
de werken der omsluiting, in 1840 verrigt, ten op=
zigte van den aard en digtheid der gronden de beste vers
wachting; deze werd later bewaarheid; alleen vond men
daarna, bij Haarlem , 500 ellen zoodanig moerigen grond,
dat er eenige buitengewone voorzorgen werden vereischt,
S 284, Men wist echter, dat het aan de oostzijde ‚ bij
Aalsmeer en Leymuiden ‚ niet zoo gunstig zou gesteld zijn.
De strook land aldaar tusschen de veenplassen en het Meer,
bij de 1ste Kaart aangewezen, is eigenlijk geen grond ; het
is een dunne schil van rietzodden ‚ uit allerlei waterplan-
ten, met de wortels in een gegroeid, drijvende op den
veenbagger ‚ welke daar 4 ellen diep zit, dat is tot gelijke
diepte als de vaste bodem van hei Meer. Dat drijvende
land zakt of rijst mei den boezem, het geeft overvloed
van riet en biezen , maar niemand zet er zijn voet dan de
maaier of de jager; deze zien het golven onder hunne
schreden, en loopen dikwijls gevaar van op eenig al te
zwak punt, door den vlottenden bodem heen in den mod-
der te verzinken. Hier en daar zjn er wel vastere plek-
ken, waarop de uitnemende tuinen en boomkwekerijen
van Aalsmeer, welke eene buitengewone waarde hebben ,