— 103 —
ook omdat de bruikbare grond aldaar zoo spaarzaam is;
maar dit is, ten opzigte der beschreven streek , uitzonde-
ring op den regel,
S 285, Door zulk een land nu moest toch ook de Ring=
vaart en Ringdijk worden getrokken. Men had wel in den
Oever-Dijk met zijne steenen glooijingen gedurende de aige=
loopen eeuw aangelegd ($ 117), het bewijs, dat ook daar
een vasten grondslag was te stichten, maar de voorzigtigheid
gebood, om door proeven in het klein vooraf de eenvou-
digste en spaarzaamste wijze te onderzoeken. Daartoe
strekte de aanbesteding in het voorjaar 1841 van twee kleine
perceelen , elk van 100 ellen (1), het eene nabij den Schin-
kel-polder onder Aalsmeer ‚ het andere nabij Zeymuiden.
S 286. Men stak de rietzodden weg waar de Ringvaart
moest komen, en bragt die, bij lagen, aan weerszijden op
den vlottenden oever. Toen deze door de zwaarte was
naar beneden geraakt, kwam eene nieuwe laag hem nog
dieper doen zakken, en zoo ging het al verder en verder
tot dat eindelijk de bovenste rietzodde, nu de onderste ge-
worden, en door den bagger heen gedrongen, zich op den
harden bodem had nedergezet, en al die lagen op een
gepakt, te zamen vaste kanten hadden gevormd. Nu werd
de Ringvaart geheel door uitbaggering daargesteld ‚ de uit-
gebaggerde specie bij dunne lagen op de vastgeworden kan=
ten gespreid, en, naarmate zij droogden , tot het ligchaam
des Dijks opgewerkt, welke alzoo uit de oude oeverkade
ter beteugeling van het Meer en uit de nieuw gevormde
specie ‘te zamen gesteld , ten slotte een behoorlijk geheel
heeft gevormd, zonder veel meer dan elders , bij vasteren
grond, te hebben gekost.
S 287. Het jaar 1841 werd echter, ien opzigte van
(1) Bijlage 4. Aanbesteding XL.