BIJLAGE 7.
79, De Scheepvaart.
a. De scheepvaart door de ringvaarten, de geheele vrije en opene
vaart op de meeren moetende vervangen; wordt met uitzondering van
de gewone jaagloonen, ter zake van bruggelden, leggelden, tollen of
regten voor het jaagpad, passagegelden en diergelijken niet bezwaard.
b. Rijnland oefent over de scheepvaart in de ringvaarten, nadat de
nieuwe polder in particulier beheer is gekomen, hetzelfde gezag uit als
over de overige scheepvaart in het Hoogheemraadschap.
Aldus in dubbel gedaan te ’s Gravenhage, den 19 Juli 1847, en
te Leijden, den 3 Augustus 1847, onder zoodanig voorbehoud
als bij Zr. Ms. besluit van 10 Julij 1847, n°. 53, hetwelk ten
deze is aangehecht, is vastgesteld.
De Commissie voornoemd, Dijkgraaf en Hoogheemraden van
(Get.) GEVERS VAN ENDEGEEST. Rijnland,
Ter ordonnantie van dezelve, (Get.) N. J. STEENGRACHT VAN
(Get) W. K. VAN GENNEP. DUIVENVOORDE.
Ter ordonnantie van dezelve,
(Get.) P. G. Mess.
29