= 99 —=
Zuidzijde van den Schinkelpolder totaan de sluizen te Halfweg
is zij, tot beter toevoer van water naar dezelve , het ruimste,
ên meet 45 ellen. — Van Halfweg tot het Spaarne, en ver-
der langs de Kaag tot aan de Oude Wetering is zij 40
éllen ; van hier tot aan den Schinkel-Polder slechts 88 ellen
breed. — Overal loopt langs de Vaart aan den voet van
de Droogmakerij-Dijk een berm tot lateren aanleg van jaag-=
pad of rijweg, van minstens 6 ellen; maar langs het end
van Halfweg tot aan het Spaarne is die op 11 ellen aan=
gelegd met oogmerk om ook aldaar, des noodig, de Vaart
gemakkelijk op 45 ellen te kunnen brengen even als aan de
andere zijde van Halfweg: langs het aangeduide smalle ge-
deelte der Vaart , waar zij tevens meermalen reeds bestaan=
de wateren doorsnijdt, is voorts die berm nu en dan veel
breeder uitgevallen, naar gelang de Vaart minder grond
opleverde, met welke in de eerste plaats de Dijk tot gelijke
hoogte ‚ maar nu tot minder breedie opgewerktis. De berm
ligt dus hier zoo veel breeder als de Dijk smaller is gewor=
den. De ruimte van den boezem aan die zijde ‚ waar het
bijna geheel slooten, weteringen en veenplassen is, telkens
met de Ringvaart vermengd , maakte hier de aangegeven
breedte van 38 ellen tot toevoer van water voldoende.
274. De blinde berm van 2 ellen breed op 0.80 el —
A.P., bij wintertijd onder water zullende liggen ‚ zomers
met biezen en riet te begroeijen, had ten oogmerk ; aan-
vankelijk de bevestiging der boorden en het weeren van
afslag bij storm van den nog niet bekorsten grond; later
het bestaan der mogelijkheid om almede , des noods, de Ring-
vaart gemakkelijk te verbreeden. Die blinde berm bestaat
echter niet tegen het drijvend land tusschen den Schinkel-
Polder en de Oude Wetering ($ 284) ‚ omdat hij daar doelloos
zou zijn: hij is op die plaats aan de zijde alleen van den
Droogmakerij-Dijk aangelegd.