— 104 —
den Ringdijk ‚ niet alleen aan die luttele proeven besteed,
Behalve de verruiming van bermslooten aan de noordzijde (1)
werd bijna het geheele vak tusschen de grenzen van Zuid-
Holland en Halfweg, tot een lengte van 11,153 ellen (2) ‚en
nog een vak van veel minder uitgestrektheid ‚ maar van moei-
jelijke bewerking ‚ langs den in verveening zijnden Schinkel-
polder , lang 2,226 ellen (3) in den zomer 1841 aangevangen,
S 288, Dit laatste werk was moeijelijk, omdat aan de
buitenzijde der Ringvaart tevens moest worden aangelegd een
geheele droogmakerij-dijk ‚ ten einde den Schinkel-Polder,
waarvan de verveening ten einde loopt, later weder in eene
diepe droogmakerij te kunnen herscheppen ($ 32). De
verveeners hadden langs den Meer-oever den noodigen grond
voor hunnen aanstaanden Polderdijk ‚ volgens hun octrooi
van verveening ‚ moeten laten zitten, en gedeeltelijk reeds
opgehoogd ; maar nu kwam onze Ringvaart juist dáár,
waar die voorbereidingen lagen. Deze moesten ten dienste
van den veenplas achteruit worden gebragt, en veelal ter
plaatse, waar het reeds diep water was geworden.
S 289. Tot grondslag van dezen Schinkel-polderdijk
werden wel aan de zijde onzer Ringvaart rijzen zinkstukken
gelegd ($ 82), maar aan de zijde van den plas liep de slappe
grond, onder water tot modder uitgeweekt, de vervee-
ning telkens weder in; men moest dit beteugelen door eene
zware storting van zand ‚ welke door den modder tot op
den harden bodem doorzinkende , aan deze zijde een vas-
ten steun vormde , zoo als de zinkstukken aan de andere (4).
Tusschen die beide grondslagen in, liet zich nu de Schin-
keldijk gereedelijk opwerken ‚ maar het zand had van de
(1) Bijlage 4. Aanbesteding XT.
(2) Bijlage 4. Aanbesteding XV.
(3) Bijlage 4. Aanbesteding AVL
(4) Zie de doorsnede van dezen Dijk op de Kaart N° 1.