HE BIJLAGE 7.
Tijdens de droogmaking zal Rijnland over den aanleg van bruggen
en andere bouwingen worden gehoord in zijne belangen, en die zoo
veel als het welzijn der onderneming gedoogt, door de Commissie
worden betracht.
Na den overgang des polders in particulier beheer, oefent Rijnland
over den aanleg en het onderhoud der bruggen en van alle andere
bouwingen of behoefte ter zake der onderneming, hetzij voor de droog-
making, hetzij voor de aangelegen polders en landen, hetzelfde toezigt
uit als over andere soortgelijke werken in Rijnland.
d. Het stoomwerktuig te Spaarndam met de uitwaterende sluis (welke
sluis voor zoo veel de zeewering betreft onder toezigt van Rijnland staat)
en ’t geen er toe behoort, wordt, zoo lang de droogmaking niet vol-
tooid is, door de Commissie onderhonden, en de bemaling door dezelve
bekostigd; de uitmaling geschiedt met alle mogelijke kracht, wanneer
de boezem van Riijnland tot de standen sub a genoemd rijst; de ma-
chine wordt in werking gesteld bij standen van den boezem vijf duimen
lager dan de genoemde.
19. Wanneer gedurende de droogmaking de waterwerktuigen, tot ont-
lediging van den plas in het gemaal zijn.
20, Wanneer bij goeden molenwind uit de streek van het westen tot
het noorden de watermolens van Rijnland uitslaan en er geene lozing
is door de sluizen.
e. Indien nogthans, na de sluiting van den omringdijk of gedurende
de droogmaking, al die middelen blijken mogten ontoereikend te zijn om
eene goede afwatering te verkrijgen of te behouden, zoodat de alge-
meene boezem van Rijnland met te veel water is bezwaard en niet door
de bestaande middelen daarvan kan worden ontlast, wendt de Commissie
ten spoedigste alle mogelijke middelen aan ter voorziening; gedurende
de droogmaking zal, bij gemis van zulke middelen, de Commissie het
boezemwater in het Meer terug laten loopen, door de wachtdeuren of
sluizen der werktuigen, of op zoodanige andere wijze als meest uitvoer-
baar wezen zal, waardoor de boezem gedurende de wintermaanden tot
op 30 duim onder A. P. en gedurende de zomermaanden tot op 45
duim onder dat peil zal worden terug gebragt.
Í. Met de voltooijing der droogmaking hetwelk in het algemeen geacht
wordt te zijn bij de beëindiging der verkaveling van den polder, gaan
alle alsdan daargestelde middelen, werktuigen, uitwateringen en wat dies
meer zij, ter afwatering van Rijnlands boezem, met uitzondering der
ringvaart, tevens aan Rijnland in eigendom over, met al hetgeen er aan
verbonden is of er eenig deel van uitmaakt, behoudens de regeling der
bijdragen van Rijnland, als belanghebbend distrikt, naar aanleiding van
ne: